De rol van Ruslands Sovjetverleden in het huidige migratiebeleid

De visie van Rusland op nationale veiligheid is door de jaren heen veranderd. In de tijd van de Sovjet-Unie bepaalde de nationale veiligheid veel op het gebied van beleidsvoering (Heusala, 2018). Het Russische migratiebeleid is ooit gebaseerd op de wetten voor bevolkingsbeheersing die heersten in de Sovjet-Unie (Light, 2012). Tegenwoordig is het culturele en politieke landschap echter zo veranderd, dat Rusland gedwongen wordt opnieuw naar zijn beleidsvoering te kijken. De verandering van het politieke en culturele landschap heeft met name betrekking op de transnationalisering van veiligheid. De toenemende onderlinge verbondenheid van landen uit zich in grootschalige migratie (Light, 2012). Welke rol speelt het Sovjetverleden in het migratiebeleid van het hedendaagse Rusland?

Lees verder

Het Eurovisie Songfestival – Zowel een vereniging als verdeling van Europa

Deze week was de 64e editie van het Eurovisie Songfestival. Een evenement dat Europa verenigt, maar dat tegelijkertijd ook makkelijk de gelegenheid biedt om stereotype uitspraken te doen over andere landen. Vooral het stemgedrag van andere landen wordt altijd weer bekritiseerd. Wat hierbij erg opvalt is dat men hier de mening deelt dat wij (Nederland) minder kans maken omdat alle Oost-Europeanen toch alleen op elkaar stemmen. Dit is mooi te zien in het volgende citaat van toenmalig NOS-directeur Gerald Dielessen in de Volkskrant (2007): “Ik heb de organisatie kort gesproken en volgens hen stemmen Oost-Europeanen alleen op elkaar en stemmen West-Europeanen op hun favoriete liedje, ongeacht uit welk land het komt.”  Dit naar aanleiding van Edsilia Rombley die ‘onbegrijpelijk genoeg’ niet door was naar de finale. Wat hieruit blijkt, is dat er door het westen vanuit gegaan wordt dat Oost-Europeanen alleen op hun buurlanden stemmen ongeacht de kwaliteit van het liedje, en dat dit zeer oneerlijk is. Jan Smit, presentator Songfestival 2019, illustreerde dit mooi met de volgende uitspraak: “Wit-Rusland, dat wordt sowieso 12 punten naar Rusland.” Vervolgens was zijn verbazing groot toen de 12 punten naar Israël gingen.

Lees verder

Sociale media en het conflict in Oekraïne

Een Oekraïense rebel met een knuffelaap op de rampplek | Pierre Crom ANP

Een rebel die een knuffel in zijn hand houdt als trofee: de beelden roepen walging op, maar niets is minder waar. In een video is te zien dat hij na de fotosessie eerbiedig zijn pet afneemt en een kruisteken slaat. Het is een goed voorbeeld van de manier waarop sociale media de publieke opinie snel kan beïnvloeden. Het heeft dan ook de vorm van moderne oorlogsvoering veranderd. In deze blogpost zal ik daarom onderzoeken hoe sociale media een rol gespeeld hebben in het conflict in Oekraïne tijdens het voorjaar en de zomer van 2014.

Lees verder

Corruptie in Rusland: een gevolg van het Sovjetverleden

In Rusland zijn veel strafzaken nep, ‘besteld’ door de concurrent, luidt de titel van een artikel dat begin dit jaar verscheen in het NRC (Derix, 2019). Het werd gepubliceerd nadat de Amerikaanse zakenman Michael Calvey was opgepakt in Rusland. Hij riskeert een gevangenisstraf van tien jaar wegens het verduisteren van miljoenen dollars. De titel sluit aan bij de stereotypering rond Rusland die in het westen bestaat, maar het is een feit dat er corruptie in Rusland plaatsvindt (Ledeneva, 2006).

Het westen en Rusland kennen beide een totaal verschillende geschiedenis. Waar de Verlichting in het westen een organische ontwikkeling was, werd die in Rusland actief gestimuleerd. En waar het westen kapitalistisch was, heeft Rusland lange tijd deel uitgemaakt van de communistische Sovjet-Unie (Krug, 1991). Wat heeft de Sovjet-achtergrond van Rusland te maken met de huidige corruptie?

Lees verder

D-Day vs. Stalingrad in de Nederlandse media

4 en 5 mei komen er weer aan, de twee dagen in het jaar waarin (voornamelijk) de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht. De geallieerden – onder andere Frankrijk, Engeland, Canada, Verenigde Staten en de Sovjet-Unie – hebben samen ervoor gezorgd dat Nazi-Duitsland verslagen werd. Hoe worden belangrijke doorslaggevende momenten uit deze oorlog, als D-Day en de slag bij Stalingrad, in Nederland herdacht? Is er verschil in aandacht voor beide cruciale momenten in de media? Lees verder

Het belang van de juiste terminologie

De naam van de cursus waar deze blogpost aan verbonden is, is ‘Rusland en Oost-Europa’. Rusland én Oost-Europa. In het eerste college van de reeks is uitgelegd hoe het moderne idee van Oost-Europa is ontstaan en waarom we, ondanks de vaak negatieve connotaties, nog steeds deze terminologie hanteren. Het begrip ‘Oost-Europa’ is tijdens de Verlichting gemunt door westerse filosofen als een predicaat dat geplakt kon worden op het deel van Europa dat ‘niet-Verlicht’ was. De volkeren in het oosten van Europa waren barbaars, oriëntaal en hadden weinig met de moderne beschaving te maken. Ze waren vooral niét zoals West-Europa, waardoor de intellectuele elite in Frankrijk en Duitsland zichzelf kon definiëren als beschaafd en objectief (Wolff, 1994). De term ‘Oost-Europa’ als een door het westen bedacht stigma dus. Ik bespeur mezelf er op dat ik tijdens het denken en praten over Oost-Europa ook verval in vooroordelen en een subjectief, beknopt beeld van ‘die andere kant’ van Europa. Om die reden denk ik dat het interessant is om na te denken over de invloed van de naam van een land of een gebied op het denken over de cultuur en bewoners ervan. Wat zegt de verzamelnaam ‘Oost-Europa’ bijvoorbeeld over de landen die we eronder verstaan? Mijn onderzoeksvraag is daarom: ‘Wat is het belang van de juiste terminologie in het huidige denken over groepen landen of gebieden?’.

Hans Boland gaf ons aan het eind van zijn lezing op dinsdag 3 april 2019 mee eens na te denken over de term ‘Midden-Europa’. Mede dankzij de geschiedenisboeken en de huidige spanningen tussen de Verenigde Staten en Rusland heb ik over Europa altijd in termen van oost en west gedacht. Maar mídden, dat is nieuw. De opkomst van Midden-Europa (of Centraal-Europa) is te verklaren in het licht van de machtige omringende landen. Frankrijk, Duitsland en Rusland zijn – net als na de val van het Habsburgse Rijk – terug als sterke Europese machtsblokken en de gestage groei van Midden-Europa kan worden gezien als een reactie hierop (De Gruyter, 2017). Toch blijft Midden-Europa een lastig te onderscheiden gebied: de gekozen begrenzing tussen Oost- en Midden-Europa is tamelijk arbitrair, een soort ‘transitiezone’ met kenmerken van zowel Oost- als West-Europa (Paul & De Pater, 2010). Hoewel Oost- en West-Europa ook geen exacte grenzen hebben, onderscheidt Midden-Europa zich als een gebied dat vooral niét tot Oost-Europa wil behoren, een soort collectieve “afwijzing” van de status quo (VoxEurop, 2010). Dat sentiment lijkt te stijgen in populariteit. De term Midden-Europa is namelijk al eerder gebruikt, bijvoorbeeld na de val van de Muur in 1989. Slovenen, Kroaten en Serviërs identificeerden zich toen met Midden-Europa om een ‘afscheiding van de Balkanlanden’ aan te duiden. Dit laat zien dat terminologie ingezet kan worden als een manier om een nieuwe geografisch-culturele weg in te slaan en een alternatieve identiteit te vinden (VoxEurop, 2010).

Het belang van terminologie in het spreken over groepen landen of gebieden mag niet onderschat worden. De invoering van de term ‘derdewereldlanden’ in de jaren 50 wekte bijvoorbeeld al gauw de suggestie dat het om derderangs landenzou gaan. Door juist te spreken van niet-geïndustrialiseerde landen of ontwikkelingslanden, worden de landen in kwestie op een andere manier geframed (Mestrum, 2010). De labels ‘niet-geïndustrialiseerd’, ‘onderontwikkeld’ of ‘achtergesteld’ worden op dezelfde landen geplakt, terwijl ze verschillende gebiedskenmerken impliceren.

Dit laat zien dat de verzamelnaam voor een groep landen invloed heeft op het denken erover en dat we op moeten passen met generaliserend taalgebruik. In de context van Midden-Europa lijkt het woordje ‘midden’ vooral gebruikt te worden door landen om aan te geven dat ze géén onderdeel van Oost-Europa zijn, of zich in ieder geval niet zo voelen. Het hanteren van onjuiste terminologie leidt tot onnodige generalisering en kan zelfs beledigend zijn voor landen. Om die reden pleit ik, net als Hans Boland, voor meer nuance in het denken en spreken over groepen landen en gebieden, want oost en west zijn al lang niet meer de enige machtsblokken in Europa.

Literatuur

De Gruyter, C. (2017, 27 oktober). De terugkeer van Midden-Europa. Geraadpleegd van https://www.nrc.nl/nieuws/2017/10/27/de-terugkeer-van-midden-europa-13707444-a1578989

Mestrum, F. (2010, 31 maart). Ontwikkelingslanden? Derdewereldlanden? Of wat zijn het nu? Geraadpleegd van http://community.dewereldmorgen.be/blog/francine-mestrum/2010/03/31/ontwikkelingslanden-derdewereldlanden-wat-zijn-het-nu

Paul, L. & De Pater, B. (2010). Midden- en Oost-Europa: Geografie van een transitiezone. Van Gorcum. Perspectief Uitgevers.

VoxEurop. (2010, 13 mei). Het ‘Midden-Europa’ bestaat. Geraadpleegd van https://voxeurop.eu/nl/content/article/250911-het-midden-europa-bestaat

Wolff, L. (1994). Inventing Eastern Europe: The Map of Civilization on the Mind of the Enlightenment. Stanford University Press, pp. 356-74.

Europa als stootblok voor Ruslands zelfbeeld

In het Russische debat over de eigen positie in de wereld was Europa door de eeuwen heen niet alleen relevant vanwege de culturele wortels, maar ook vanwege de rol in het internationale machtsspel en het feit dat Europa lang de leidende regio was in sociale en technologische ontwikkelingen (Utkin en Baranovsky 2012: 64). De conclusies van dit debat zijn volgens politicoloog Iver Neumann meermaals heen-en-weer geslingerd tussen aantrekking en afstoting, waarbij hij twee hoofdmodellen voor Ruslands positie onderscheidt: de op Duitse Romantiek gebaseerde romantic nationalist position en een meer Westers georiënteerde liberal position. Onder Gorbatsjov werden internationale betrekkingen van zero-sum game een mogelijke positive-sum game en onder Jeltsin was de liberal position weliswaar dominant, maar zonder dat de romantic nationalist position volledig verstomde (Neumann 1996: xv-xvi; 197-200).  Het debat over Europa en Ruslands plaats in de wereld is onder Poetin doorgegaan en de geopolitieke ontwikkelingen sinds 2014 werpen de vraag op hoe Rusland de actuele ideologische positie tegenover Europa definieert, hoe nieuw deze is en wat de bevolking er eigenlijk van vindt. Lees verder

De Russische film: Air Crew, een melodramatisch portret.

De eerste Russische cineasten richtten zich op de ‘hoge kunst’ van de negentiende eeuw in Rusland. In tegenstelling tot de Amerikaanse happy ending, kozen de Russen voor tragische ontknopingen. Bovendien wilden ze de film meer diepgang geven door trage camerabeelden en lange takes. Door invloed van Konstantin Stanislavski werd het zogenoemde method acting ontwikkeld waardoor de kijker zich op een maximaal niveau zou kunnen identificeren met de karakters. In Rusland werd de Amerikaanse film gezien als oppervlakkig, en de Russische film als meer diepzinnig. Toch ontwikkelde de Russische film zich in de loop  der jaren door een voorbeeld te nemen aan de Amerikaanse film; er was vaak sprake van een cultureel interesse vanaf beide kanten. Ook de intrede van de actiethriller in de Sovjet Unie was een antwoord op de Amerikaanse rampenfilms zoals de kaskrakers Airport en The towering Inferno.

In 1979 produceerde filmstudio Mosfilm  de film Air Crew (Russisch: Экипаж). De film werd geregisseerd door Alexander Mitta. De film bestaat uit twee delen, waarvan het eerste gedeelte het beste omschreven kan worden als melodramatisch, terwijl het tweede gedeelte sterk aan een actiefilm doet denken. Dit dubieuze gebruik van twee totaal verschillende genres was niet ongebruikelijk in de Sovjet-Unie, maar Alexander Mitta stond eerder voornamelijk bekend als een regisseur van laagdrempelige melodramatische films (Beumers 2011, p. 230). Het eerste deel geeft de kijker een inkijk in gedeelte het persoonlijke leven van drie piloten: Andrei Timchenko, Valentin Nenarokov en Igor Skvortsov. Het tweede gedeelte van de film gaat over de drie piloten die gezamenlijk betrokken raken bij een vliegtuigramp (Queens Library).

Het eerste deel van de film gaat in op verschillende maatschappelijke thema’s. Eén van de drie piloten is getrouwd met een vrouw die afgeschilderd wordt als een hysterica wanneer ze steeds achterdochtiger wordt als haar man lange diensten draait. Het komt tot een dramatsiche echtscheiding waarbij de vrouw de voogdij over hun kind krijgt. In de scénes waarbij deze twee karakters ruzie maken komt de man enigzins sullig over omdat hij ondanks het vreselijke gedrag van zijn vrouw geen enkele keer de discussie met haar aangaat. Verder in de film, wanneer de piloot na de scheiding zijn zoon opzoekt, vraagt zijn ex-vrouw hem of hij haar terug zou willen. Hij zegt dat hij dat graag zou willen, waarop zij begint te giechelen en antwoord dat het enkel een test was om te kijken of hij veranderd was, ze wil hem helemaal niet terug. Hij druipt af, en zij loopt trots met hun zoon terug naar huis.

Een ander belangrijk karakter in de film is ook piloot. Hij neemt veel verschillende vrouwen mee naar huis, totdat hij verliefd wordt op een mooie stewardess. Het komt tot een discussie wanneer zij zegt met hem te willen trouwen. Hij schrikt en zegt dat het mooie van de Sovjet-Unie is dat mannen en vrouwen gelijk zijn, waarom zou ze deze rechten opgeven om met hem te trouwen? Het loopt uit op een ruzie waarbij uiteindelijk de piloot zijn fout inziet en zijn best doet haar terug te krijgen, wat tevergeefs blijkt te zijn.

De derde piloot heeft wel een stabiele relatie met zijn vrouw. Zijn dochter is echter op jonge leeftijd zwanger geworden en hij keurt dit af, omdat hij het niet accepteerd dat ze niet eerst is getrouwd met de jongen waarvan ze zwanger is geworden. Zij is echter koppig en praat op haar vader in dat ze doet wat ze wilt, en hij maar aan zijn eigen problemen moet denken en zich niet met haar moet bemoeien. Een terugkerend thema is dus de rolverdeling tussen de man en de vrouw en de rol die zij volgens de maatschappij opgelegd krijgen. De man wordt in alledrie de situaties niet heel expliciet, maar toch als de ‘verliezer’ neergezet, en de vrouw als de sterke, onafhankelijke persoon.

Ook interessant is de overgang van het niet altijd gemakkelijke privéleven van de drie piloten. Waar ze alledrie worstelen met bepaalde gebeurtenissen in hun leven, die voornamelijk effect hebben op hun manier van denken over de man-vrouw verhouding in het gezin of hun beider rol in de maatschappij. Dit wordt op verschillende manieren ingevuld, maar wat de mannen met elkaar gemeen hebben is een bepaalde ontwrichting. Vervolgens, wanneer de actie wordt ingezet, ontpoppen de mannen zich tot kalme redders van een bijna voltrokken vliegtuigramp.

De vrouw heeft in de Russische film in de laatste jaren voor de val van de Sovjet-Unie een opmars gemaakt. Een werkelijke gelijke behandeling als mannen is er nog niet, maar dit thema wordt wel gebruikt (Horton 1992, p. 122). Misschien heeft de regisseur niet geprobeerd een bepaald standpunt in te nemen over gelijke rechten voor mannen en vrouwen, of hun rol binnen het gezin, maar toch is de overgang van de ‘overwinning’ van de vrouw, naar de terugkeer van de evenwichtige, rustige man mooi om te zien.

Bibliografie:

– Beumers, B., Directory of world cinema: Russia. Intellect Books, 2011.

– Horton, A., The zero hour: glasnost and soviet cinema in transition. Princeton University Press, 1991.

http://www.queenslibrary.org/item/air-crew, geraadpleegd op 19-10-2014

Solzjenitsyn en geschiedschrijving

Aleksandr Solzjenitsyn (1918-2008) is een Russische schrijver en dissident. Hij maakte bijna de gehele geschiedenis van de Sovjetunie van dichtbij mee en verwerkte zijn persoonlijke, historische ervaringen – en later ook bredere historische ervaringen – in talrijke literaire en historische werken. Het meest bekend is hij geworden met zijn werken over het GULAG-systeem. Zijn jeugd spendeerde hij in de Kaukasus. In deze periode werd het familiebezit van gecollectiviseerd en werd zijn moeder te werk gesteld op een collectivistische boerderij. Later studeerde hij wiskunde aan de universiteit van Rostov. In de Tweede Wereldoorlog vocht hij als soldaat aan het Oostfront tegen Nazi-Duitsland. Ook op deze ervaring reflecteert hij in zijn werk, bijvoorbeeld in het gedicht Pruisische Nachten, waarin hij verkrachtingen en plunderingen van het Rode Leger beschrijft. (Zayas, 1978) Nadat hij, vanaf het front, zich in een brief aan een vriend negatief over Stalin uitlaat, wordt hij opgepakt en veroordeeld tot acht jaar gevangenschap. Hij spendeerde gedeeltes van deze tijd in werkkampen in Siberië, in een wetenschappelijk onderzoeksinstituut en in een kliniek in Kazachstan. Al deze locaties werden later plaatsen van handeling in zijn romans.

In 1962 wist hij zijn roman Een dag in het leven van Ivan Denisovitsj gepubliceerd te krijgen in het tijdschrift Novy Mir met expliciete toestemming van Chroestsjov. Publicatie was mogelijk door de ingetreden Dooi en de destalinisatiepolitiek die Chroestsjsov sinds 1956 doorvoerde. Het werk werd positief onthaald omdat het de excessen uit de periode van de “persoonlijkheidscultus” zou tonen. (Applebaum, 2010) Het boek is voor de moderne lezer misschien wat bevreemdend, omdat het een gewone dag laat zien in het leven van een gevangene in een Sovjet-werkkamp, met zowel de misstanden als de vormen van geluk die de zek Ivan Denisovitsj binnen de grenzen van het kamp beleeft. Het bevat geen directe aanklacht tegen het communisme. Toch was het revolutionair omdat het een van de eerste literaire werken is die de negatieve kanten van de politiek van de Sovjet-Unie liet zien. Waarschijnlijk was het voor veel Russische lezers de eerste aanraking met de realiteit van het leven in de kampen.

In 1973 publiceerde Solzjenitsyn het zevendelige Gulag-Archipel, waar hij jaren aan gewerkt had. Dit “experiment in literaire onderzoeking” is tegelijkertijd een poging tot geschiedschrijving. Dit wil zeggen: het vastleggen van verhalen en ervaringen die anders verloren zouden gaan en waar officiële Sovjetgeschiedschrijvers geen notie van zouden nemen. Aan de hand van eigen ervaringen en gesprekken met honderden andere zeks beschrijft hij de volledige geschiedenis van de GULAG en alle aspecten van de gevangenschap: het oppakken, het transport, de arbeid, de leefomstandigheden, de invloed op de menselijke geest en de omgang tussen gevangen.

Door de verhalen en geschiedenis van het GULAG-systeem bekend te maken in de Sovjetunie en in het westen heeft Solzjenitsyn een gigantische bijdrage geleverd aan het historisch bewustzijn. Over ervaringen in kampen werd bijna niet gesproken. De waarheid hierover was in de Sovjet-Unie dan ook niet wijdverspreid. (Applebaum, 430) Ook in het Westen bestond er tot dan toe veel desinformatie over de kampen. (Applebaum, 75) Een dag van Ivan Denisovitsj is een roman. Gulag-Archipel houdt het midden tussen literatuur en geschiedschrijving. Geschiedschrijving is echter een zeer conservatief instituut dat niet altijd “niet-historici” accepteert. Sinds de “linguistic turn” van de jaren ’80 is er echter binnen de geschiedschrijving iets meer ruimte gekomen om aandacht te besteden aan literaire werken. Er wordt dan gekeken naar de historiciteit van teksten: de historische ervaring van waaruit ze ontstaan. (Reid, 159) Zeker waar het gaat om persoonlijke ervaring lijkt dat bij Solzjenitsyn meer dan gerechtvaardigd. Onder andere omdat contemporaine historici en andere controlerende instanties te kort hebben geschoten in het vastleggen en bewaren van bronnen en ervaringen, zijn werken van Solzjenistyn en andere zeks als bijvoorbeeld Sjalamov gebruikt als bron bij later historische onderzoek – hetgeen na 1991 weer mogelijk werd.

 

Bronnen:

  • Applebaum, Anne. 2010 Goelag: een geschiedenis (vert. Tinke Davids). Amsterdam: Ambo.
  • Reid, Julia. 2009. “Novels” in Reading Primary Sources (red. Dobson, Miriam & Ziemann, Benjamin). Londen: Routledge. p. 159-174.
  • Solzjenitsyn, Aleksander. 1971. Een dag van Ivan Denisovitsj (vert. Theun de Vries). Baarn: De Boekerij.
  • Solzjenitsyn, Aleksander. 1974. The Gulag Archipelago 1918-1956: An experiment in literary investigation. Londen: Collins & Harvill.
  • Zayas, Alfred de. “Prussian Nights: A Poem Alexander Solzhenitsyn (vert. Robert Conquest)” The Review of Politics, Vol. 40, No. 1 (Jan., 1978), p. 154-156.