Oost of West? De Sovjetunie als ideaalbeeld voor Westerse intellectuelen

Al enkele eeuwen en met name sinds de tijd van de heerschappij van tsaar Peter de Grote (1682-1725) speelt in Rusland de vraag of het land nu als Europees of als Aziatisch is.1 De keuze voor één van beide opties was doorgaans niet zozeer op feiten gebaseerd als wel op welk zelfbeeld van Rusland een bepaalde persoon of groepering prefereerde: dat van het verlichte, ontwikkelde Westen, of dat van het vitale, krachtige Oosten waaruit het eigene van de Russen echt bleek.2 Interessant genoeg speelden Westerse intellectuelen aan het begin van de twintigste eeuw met hetzelfde dilemma over welke richting hun eigen maatschappij op moest gaan. Door de ongelijkheid en het kolonialisme in de wereld en door het geweld van de Eerste Wereldoorlog hadden zij hun geloof in de verlichtingsidealen, het geloof dat het Westen onwikkeld was, verloren. In Rusland daarentegen werd na de Revolutie van 1917 met de Sovjetunie een geheel nieuwe, daadkrachtige en productieve maatschappij gevormd waar het Westen nog eens een voorbeeld aan kon nemen.3


Maxim Gorky en Romain Rolland4

In de jaren ’20 en ’30 van de twintigste eeuw waren er steeds meer van deze Westerse intellectuelen, vooral in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk, die openlijk aanhangers van de Sovjetunie werden. Bekende voorbeelden zijn Romain Rolland, Le Corbusier en Albert Einstein.5 In een tijd dat Europa in een economisch dal zat, zagen deze zogenaamde “fellow-travellers” in de planmatige aanpak onder het Stalinisme het ideale huwelijk tussen rede en maatschappij.6 Gedurende die periode werd het beeld dat de fellow-travellers van de Sovjetunie hadden om verschillende redenen steeds positiever. Allereerst werd er vanuit dit land slim ingespeeld op de teleurstelling van de Westerse intellectuelen over hun maatschappij. De Sovjetunie was gebaat bij sterke Westerse bondgenoten en had begrepen dat de intellectuelen in die landen een sleutelrol in de samenleving vervulden. Door Sovjetkunstenaars, -musici en -schrijvers naar het Westen te sturen en persoonlijke banden te laten aanknopen met hun Westerse collega’s, kon hen getoond worden welke enorme waarde de kunsten in de Sovjetunie hadden (in tegenstelling tot het Westen).7 Niet zelden werden Westerse intellectuelen ook uitgenodigd in de Sovjetunie om met eigen ogen de nieuwe Sovjetmaatschappij en -mens te kunnen aanschouwen. Hier werden zij in de watten gelegd en met allerlei Sovjetprominenten in aanraking gebracht, en hun werken werden en hier gepubliceerd.8 Behalve de persoonlijke band die de fellow-travellers opbouwden met de Sovjetunie en hun geloof in de krachtige Sovjetmaatschappij met zijn cultuur en productiviteit, was er ook een belangrijke politieke reden voor hen om met het land te sympathiseren. In tegenstelling tot de Westerse mogendheden stelde de Sovjetunie zich namelijk wel openlijk antifascistisch op en kwam het wel in actie tegen het fascisme tijdens de Spaanse Burgeroorlog; in de ogen van de fellow-travellers was de Sovjetunie de enige hoop ten tijde van het oprukkende gevaar in Duitsland en Italië.9


Le Corbusier met de modernisten Andrei Burov en Viktor Vesnin in Moskou10

Ondanks hun overwegend positieve kijk op de Sovjetunie zagen de fellow-travellers ook dat er sprake was van misstanden in het land, in de vorm van uitbuiting van arbeiders en de showprocessen onder Stalin, waarbij een groot aantal politieke tegenstanders gevangen gezet of ter dood veroordeeld werd. Vanwege hun goede banden met de Sovjetunie, de belangrijke rol die zij voor het land zagen weggelegd in de strijd tegen het fascisme en het feit dat zij in eerste instantie niet konden geloven dat een idealistisch man als Stalin mensen zonder reden liet lijden, zorgde ervoor dat de meeste fellow-travellers tot het einde van de jaren ’30 geen openlijke kritiek uitten op de Sovjetunie.11 Toen de Sovjetunie in 1939 de Westerse wereld echter schokte door het Molotov-Ribbentroppact, een niet-aanvalsverdrag, met de vijand Duitsland te sluiten, was dit in de ogen van vele fellow-travellers een onvergeeflijk verraad en hierop zegde het overgrote deel van hen dan ook zijn vertrouwen in de Sovjetunie op.12 Hun idealistische beeld van de Sovjetunie als alternatief voor hun eigen gecorrumpeerde, zwakke maatschappij was hiermee definitief verleden tijd.


1
Mark Bassin, “Asia”, in: Nicholas Rzhevsky ed., The Cambridge companion to modern Russian culture, Cambridge: Cambridge University Press 2012, pp. 74-75.

2Ibidem, pp. 80-82.

3David Caute, The fellow-travellers: intellectual friends of communism, New Haven en London: Yale University Press 1988, p. 3

5William Brumfield, ‘Revolution & Reaction in Soviet Architecture,’ A History of Russian Architecture, Seattle, WA: University of Washington Press 2004, pp. 474-475.

6David Caute, The fellow-travellers, p. 7

7Ludmila Stern, Western intellectuals and the Soviet Union, 1920-40: from Red Square to the Left Bank, New York: Routledge 2007, pp. 38-39.

8David Caute, The fellow-travellers, p. 39.

9Ludmila Stern, Western intellectuals and the Soviet Union, p. 31.

11Ludmila Stern, Western intellectuals and the Soviet Union, pp. 32-35.

12Ibidem, pp. 34-35.

Plaats een reactie